Het kabinet heeft vandaag, voorafgaand aan de ministerraad, een rondleiding gekregen over het Binnenhof in Den Haag om de vorderingen van de grote renovatie te bekijken.
Sinds maart vorig jaar is er geen doorgaand verkeer voor fietsers en voetgangers meer mogelijk op het Binnenhof. Het gebied is sindsdien een bouwplaats en daarom afgesloten.
Premier Mark Rutte was met zijn kabinet vanochtend te gast op de bouwplaats en zei na afloop onder de indruk te zijn. "Het was heel bijzonder en interessant om vanochtend voorafgaand aan de ministerraad met het kabinet letterlijk een kijkje achter de schermen te krijgen. We hebben gezien wat een werk hier wordt verzet en wat er allemaal komt kijken bij dit grote en complexe renovatieproject. Dag in dag uit werken de mensen van het Rijksvastgoedbedrijf, samen met aannemers, architecten en vele anderen, aan de renovatie van het Binnenhof. Een enorme klus, én broodnodig om dit historisch erfgoed ook voor toekomstige generaties te behouden."
Tekst gaat door onder foto.
Foto: RVB
Grote onzekerheden
In oktober werd bekend dat de kosten van de renovatie van het Binnenhof opnieuw flink zijn opgelopen. Volgens minister Hugo de Jonge is bijna 100 miljoen euro extra nodig.
Door extra werkzaamheden op het gebied van veiligheid en duurzaamheid is de totaalrekening van bijna 750 miljoen euro verhoogd naar ongeveer 844 miljoen euro, bijna twee keer zo veel als de oorspronkelijke begroting van 450 miljoen euro.
Verder bleek de staat van voornamelijk de panden van de Eerste Kamer slechter dan gedacht en werd er meer asbest aangetroffen dan voorzien. Ook de vondst van archeologische objecten gooide de planning overhoop.
De renovatie gaat ook langer duren dan gedacht. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het parlement eind 2026 zou kunnen terugkeren naar hun oude werkplek. Inmiddels is die planning aangepast naar eind 2028, maar minister Hugo de Jonge durft ook dat niet meer met zekerheid te zeggen. In de tiende voortgangsrapportage over het project staat dat er te grote onzekerheden zijn om nog "harde eindmijlpalen" vast te kunnen stellen.